Tweede wereldoorlog
De Molenheide en de Tweede wereldoorlog
- In vergelijking met andere plaatsen in Nederland heeft Lieshout van de Tweede Wereldoorlog niet veel geleden. Wel werden de drie bruggen over het Wilhelminakanaal tweemaal opgeblazen, in 1940 door de Nederlanders en in 1944 door de Duitsers, en hebben de wegen veel te lijden gehad. Door de zware tanks die het dorp na de bevrijding passeerden, waren ze zo goed als verdwenen.
- Vermeldenswaard is dat in de bossen van de Molenheide, tussen Lieshout en Gerwen, tijdens de bezetting verscheidene onderduikers verborgen werden gehouden, onder wie Joden en geallieerde piloten. Ze werden ondergebracht in een schuilplaats, uitgegraven in een natuurlijke zandheuvel en gestut door houten balken.
klik op de link voor de film
Piet Swinkels(m) met 2 piloten, L Christie en R. Stubbs


Een heel ander hoofdstuk is de vraag wat ik mij kan herinneren van de activiteiten van de KP-Prinses Margriet en de betrokkenheid van mijn broer Piet. …. Eind 1943 en begin 1944 zijn er perioden geweest dat ik mij niet veilig voelde om thuis te verblijven en zocht ik mijn veiligheid op het onderduikadres van mijn broer Piet, in een zomerhuisje van de familie Paulisse in de Gerwense bossen. Daar waren vier vaste slaapplaatsen en een divan. Verderop in de bossen was nog een geheime schuilplaats in een overdekt hol in de grond waar gevoelig materiaal, wapens en dergelijke en Engelse en Amerikaanse piloten zijn ondergebracht. Ook die plaats heb ik met mijn broer bezocht. Vaak heb ik geslapen met deze piloten naast mij in het andere bed. Ik kan mij evenwel geen personen en namen herinneren. Wel heb ik, zonder er verder bij betrokken te zijn geweest, kennis genomen van de activiteiten van de KP”.
Dit alles leidde tot een intensieve speurtocht van de Duitse bezetter. Op 14 augustus 1944 worden drie leden van de Margriet te Lieshout gearresteerd. Andriessen weet met enkele anderen nog snel het hoofdkwartier te ontruimen, gaat terug om een laatste koffer te halen en wordt opgepakt.
- Lieshout was tijdens de Tweede Wereldoorlog een opvang- en doorgangspost voor geallieerde militairen die met hun vliegtuig boven Nederland gecrasht waren. Mostermans zorgde, samen met drie plaatselijke politiemensen en een aantal leden van de familie Swinkels, voor hun opvang en begeleiding. In totaal passeerden circa vijftig militairen het Lieshoutse steunpunt op hun tocht via Antwerpen terug naar het Verenigd Koninkrijk. Ook onderduikers werden geholpen, onder wie Joden en verzetsmensen, door hen onder te brengen in tenten en een schuilhut in de bossen aan de Molenheide tussen Lieshout en Gerwen.[1][3][4]
- Op deze plaats had knokploeg De Margriet een depot ingericht waarin sabotagemiddelen lagen opgeslagen. Op 14 augustus 1944 werden drie leden van de knokploeg, die op weg waren naar het depot, nabij 't Hof door de Sicherheitsdienst gearresteerd. Het waren Jac. Kruijssen uit Eindhoven, Chris Smits uit Hintham en Piet Swinkels uit Lieshout, die opdracht hadden sabotagemateriaal op te halen en te distribueren. Later die dag werd Willy Andriessen, de leider van De Margriet, opgepakt in het huis van Chris Smits, het hoofdkwartier van de knokploeg. De vier verzetsstrijders werden op 19 augustus om 21.00 uur in Kamp Vught gefusilleerd.[59]
- Een maand later, tijdens Operatie Market Garden, werd Lieshout bevrijd. Over de precieze datum bestaat enige onzekerheid omdat de frontlijn dagelijks veranderde. De bevrijders waren Amerikanen van de 101e Luchtlandingsdivisie die op zondag 17 september geland waren te Son. Van daaruit werd meteen gepatrouilleerd naar omliggende dorpen. Zo ook naar Lieshout, waar de Screaming Eagles om zeven uur 's avonds verschenen. Op de dagen erna waren er zowel in het dorp als in de naaste omgeving nog Duitse militairen actief. Burgemeester Mostermans meldde op 25 januari 1945 desgevraagd aan de commissaris van de Koningin dat 18 september 1944 de officiële bevrijdingsdag van Lieshout is. Lieshout was echter pas echt veilig toen de Britse 11e Pantserdivisie op 21 september Nuenen bereikte. De voorhoede van deze divisie maakte contact met de Amerikanen. Samen zuiverden zij de zuidkant van het Wilhelminakanaal van de Duitse 107e Pantserbrigade, die kort tevoren per trein vanuit Oost-Pruisen in Venlo was aangekomen.[60]
Uit een verslag van de KP de Margriet
-Waar moest thans zo plotseling het dringend benodigde materiaal vandaan worden gehaald? In opdracht van Frank, die het Landelijk Sabotage Commando op zich genomen had, transporteerden enige KP'ers uit het Westen in allerijl en met een moed, die aan het roekeloze grensde, een auto, afgeladen met sabotagemateriaal, afkomstig van de eerste wapendropping op de Veluwe, van Apeldoorn naar Eindhoven, waar de door Frank benoemde gewestelijke sabotagecommandant Peter-Zuid zijn hoofdkwartier had gevestigd. Op Zondagmorgen 3 September kwam men er aan en nog diezelfde dag zwermde de PAN over een groot gedeelte van de provincie uit, met het doel de vitale spoorwegverbindingen op te blazen. De gelegenheid om ook de andere ploegen in te schakelen ontbrak op dat moment, door de dringende noodzaak om onmiddellijk toe te tasten. De resultaten waren groot: Eindhoven - Den Bosch, Eindhoven - Valkenswaard, Breda - Tilburg, Tilburg -Turnhout, Tilburg - Den Bosch, al deze lijnen werden nog diezelfde dag grondig vernield. Wat betekende echter één wagen met materiaal bij een zodanige explo�ieven verslindende activiteit. Slechts Eindhoven was er even door geholpen, maar de andere ploegen stonden te popelen van ongeduld om aan de slag te kunnen gaan. Op het hoofdkwartier, waar Peter-Zuid zetelde, regende het verzoeken uit de provincie: "vraag droppings aan ... vraag droppings aan ... " en Rotterdam, waar Frank zijn hoofdkwartier had gevestigd, seinde naar Londen: ,,zend materiaal ... zend materiaal ... ", maar hoewel herhaaldelijk door Londen beloofd, werd toch geen patroon ontvangen. Verschillende nachten werd op het opgegeven droppingterrein bij Megen gepost, maar geen vliegtuig liet zich zien. Bittere beschuldigingen werden geuit, want niemand begreep, waarom niet aan de toezeggingen werd voldaan.
Doch in Brabant werd bewezen, dat niet de stenguns, niet het trotyl en niet de mitrailleurs het belangrijkste zijn in de strijd tussen recht en onrecht, maar de fiere, niet te breken geest. Met derailleurs en bijeengebonden Duitse handgranaten werd het spoorwegverkeer gedesorganiseerd, met kopspijkers en draadbespanningen het wegvervoer, en de bewaking van vitale publieke bedrijven vond plaats met een onnozel pistool. Doch zwaar waren de bloedige offers, die voor Brabants vrijheid werden geplengd.
Op weg naar Lieshout om de gebrekkige sabotagemiddelen, die daar in depot lagen, te gaan distribueren, waren op 14 Augustus reeds drie leden van de KP-De Margriet gearresteerd en kort daarop gefusilleerd. Toen Emiel, de leider van
De Margriet, na het vernemen van de ontstellende tijding, bezwarend materiaal uit het huis van een der gearresteerden in veiligheid wilde stellen, werd ook hij gegrepen en onderging eenzelfde lot als zijn kameraden
Aan het einde van dit hoofdstuk de balans opmakend, zien wij, dat het verzet van de KP-Noord-Brabant-Oost vóór de zomer van '44, landelijk genomen, geen overweldigende resultaten heeft afgeworpen, doch laat niemand dit belangrijk achten. De waarde van het verzet is niet af te meten met een duimstok. Belangrijk is, dat dit gewest met de gebrekkige
middelen, welke het, neen, niet heeft ter beschikking gekregen, maar heeft gegrepen, het onrecht - toen het moest - is te lijf gegaan op een wijze, die vooral in de eindspurt, toen de sabotage op de voorgrond stond, respect afdwong.
2. Molenheide buiten schot
Bron: Lieshout buiten schot:
- 1940 Langs het Wilhelminakanaal en de Deensche Hoek lag het vol met soldaten. In maart 1940 lagen er 155 militairen aan het Achterbosch, 145 soldaten bij de Deensche Hoek
- op 11 mei 1940 rond 14.00 werden de Lieshoutse bruggen opgeblazen. Dit had vooral consequenties voor de boeren aan t Hof, de Deensche hoek, de Molenheide en het Achterbosch omdat hun vee niet op tijd gemolken kon worden. Hierdoor was er in de eerste dagen na het opblazen een lawaai van jewelste door het loeien van de koeien met hun volle uiers. Harrie Beks vertelde dat zijn vader en zijn broers destijds ongeveel 3 dagen lang de koeien gemolken hebben. De melk werd regelrecht in het gras gemolken.
- Bij de Deensche hoek waren 6 kanonnen achtergelaten 15-7-1940
- Bij de mobilisatie werden paarden gevorderd.
- In 1941 waren er meldingen van het uitwerpen van strooibiljetten, : op 13 maart 1941 werd in de bossen tussen Gerwen en Lieshout een blikken cylinder met onderdelen gevonden die waarschijnlijk afkomstig was van een lichtkogel
- In 1943 In de nacht van 25 op 26 juli 1943 kwam er uit de richting Gemert een Engelse bommenwerper het luchtruim boven Lieshout binnengevlogen. De vlammen waren aan alle kanten duidelijk zichtbaar. Boven Lieshout cirkelde het rond en na 10 minuten explodeerde het in de lucht en kwam in stukken naar beneden. Dr romp viel gedeeltelijk in de Boscheeuwsels is een cockpit en een vleugel. De romp viel in de Deensche Hoek, waarin de overblijfselen van vier bemanningsleden.
- De Gerwense bossen vormden een ideaal terrein voor illegale acties. Heel wat onderduiker ( Nederlandse en Joodse) en verschillende piloten zijn er op diverse plaatsen voor langere of korte tijd ondergebracht. De ondergrondse beschikte over een schuilplaats, diep in de bossen gelegen, op de plaats waar later de Stoker gewoond heeft. Met veel moeite wheben wij deze terug knnen vinden. Het was eigenlijk niet meer dan een in de bossen uitgegraven gat in een heuvel dat tot verblijfsplaats was ingericht.
- Op zaterdag 15/3/1944 is er een Duitse Jager neergestort in het Broek. De piloot zag Mies Vogels inde verte met een parachute neerkomen op de Hei, richting Gerwen.
- In mei 1944 landde F Sgt R Barnes in een klein veld in Lieshout bij Johan Schepers. De volgende dag werd hij verstopt in de bossen toen de duitsters kwamen zoeken. 's avonds om 23.00u ging hij weer terug naar de boer. Op zaterdag 27 mei ging hij terug naar de bossen, waar een Nederlander hem oppikte. Die verzekerde hem dat er tot de invasie geen kans op terugkeer was. Hij nam foto's uit zijn paspoort, die had hij nodig om voor hem aan de nodige papieren te komen en vertelde de piloot dat hij twee dagen in het bos moest blijven. De boer wilde hier niets van horen en bracht hem onder in zijn huis. De piloot werd gevraagd zich bij het Verzet aan te sluiten. De piloot heeft ongeveer 4 maanden ondergedoken gezeten.
- Sgt WJ Christie heeft ook in de bossen ondergedoken gezeten. Hij werd op 25 mei 1944 gevonden door Johan Bekx. Hij is terechtgekomen in de schuilkelder van de verzetsgroep in de Lieshoutse bossen, waar hij zijn maat Rob Stubbs weerziet, die ook uit de Halifax HX320 was gesprongen. Op 4 juni 1944 zijn deze twee piloten in Erp gekomen, dsu hebben deze twee piloten 10 dagen in de schuilkelder in de bossen gezeten.
- Dorie van Kampen uit Nuenen vertelde dat MacFayden neerkwam in de Gerwense bossen. Zijn eerste contact was met boer van der Zanden aan de Stiphoutse weg in Gerwen.
- Onderduikadres. Theo Swinkels Pzn schreef: Als ik mijn thuis niet veilig voelde, zocht ik de veiligheid op het onderduikadres van broer Piet n een zomerhuisje van de familie Paulisse in de Gerwense bossen. Daar waren 4 vaste slaapplaatsen en een divan. Verderop in de bossen was nog een geheime schuilplaats in een overdekt hol in de grond waar "gevoelig materiaal"wapens e.d. en passerende Engelse en Amerikaanse piloten werden ondergebracht. Vaak heb ik geslapen met piloten naast mij. Wel heb ik kennis genomen van activiteiten van de KP. Er werd o.a. regelmatig stro platgebrand,en de execuetie van de landwachten in Gemert.
- op maandag 14 au. 1944 werd de KPgroep opgerold door de Sicherheitsdiens bij de Deensehoeksebrug.. Gelijktijdig werden eveneens door een grote eenheid SD de Gerwense bossen uitgekamt, een Joods gezin, Charles Niesten, wist te ontkomen.
- Via zus Annie Merkelbach-Swinkels een zeer boeiend verhaal: Jac Kruijssen was een bekende van Dolf van de Hagen, en in het vroege voorjaar van 1944 nam Piet intrek in het huisje van de Molenheide, het huisje van Paulisse uit Eindhoven. Jan Lenssen, Ben en Harrie Raaijmakers, Piet en een joods gezin, Charles, Beppie en Appie logeerden er ook. In een naastgelegen, pas ingeplant, bosperceel bevond zich een natuurlijke zandheuvel. Deze hebben ze uitgehold en gestut en klaargemaakt voor opslag van munitie en materiaal voor het verzet. Ook verbleven er soms piloten.
- Jac Kruijssen bewoonde een zomerhuisje, genaamd "de Hut" in de Roeklaan. In de slaapkamer in een ingebouwde kleerkast was een luikje in de vloer, dat toegang gaf tot een grote ondergrondse kelder. Er was geen vaste trap maar een losse ladder. Verder was daarin een stookplaats, ontluchting en stapelbedden. Er zijn daar vaker piloten ondergebracht. Roeklaan 2 ?
- KP de Uiltjesvoorman en reclametekenaar Leo van Drunen woonde ook in de Lieshoutse bossen, Roeklaan nr 5.
- Jan van Duijnhoven heeft ook geschreven over onderduiken bij de familie Mulder op de Molenheide, waar hij een schuilkelder en een vluchtweg had gemaakt
- Jan Vesters woonde tijdens de oorlog aan het Hof en moest ook onderduiken
3. BEVRIJDING
Op de 21ste september rukten het 23rd Hussars en het 8th Rifles vanuit Geldrop richting Nuenen op, om zo te proberen Gerwen en de ten noorden gelegen Gerwense Heide te bereiken. Nuenen kon zonder slag of stoot bereikt worden, maar na het verlaten van Nuenen stuitte 'B' Squadron op Duitse tanks uit de richting van Gerwen. 'A' Squadron probeerde westelijk via Nederwetten het doel te bereiken maar werd ook tegengehouden. 'C' Squadron probeerde vervolgens richting Stiphout op te rukken, maar ook daar stuitte men al snel op Duitse tanks. Besloten werd om toch te proberen Gerwen te bereiken maar het verzet was daar zo groot dat de aanval tot de volgende morgen werd uitgesteld.10 De Duitse tanks waren van de Panzer-Brigade 107. Er werden aan het eind van de middag in ieder geval twee Panthers uitgeschakeld.11


De volgende morgen, de 22ste, hervatte de opmars richting Gerwen. Er werd nog steeds tegenstand geboden door de Duitsers. Vooral in de bossen zaten nog veel Duitsers met antitankwapens.12 Het 8th Rifles werd ingezet om de bossen schoon te vegen. Het 23rd Hussars werd hierbij vooral ingezet om Stiphout van de laatste Duitsers te ontdoen.13 Stiphout kreeg de codenaam 'Striptease', wat al snel 'Jane' werd. Jane was een strip in de Daily Mirror van 1932 tot 1959. Het hoofdpersonage werd in de Tweede Wereldoorlog vooral populair onder militairen omdat ze nogal snel haar kleren verloor... The Story of the 23rd Hussars schrijft erover: “Deze codenamen werden vaak ter plekke verzonnen en hielden net zo veel van onze eigen tankcommandanten voor de gek als de vijand.”14
Door het oprukken van de Britten naar Stiphout trokken de laatste Duitsers zich terug op Helmond. Hierna ging het snel en in de voormiddag werden zowel Gerwen als Stiphout bevrijd. De Britten rukten hierna verder op in de richting van Helmond.15 De bruggen over de Zuid-Willemsvaart in Helmond waren echter al opgeblazen.16 De trambrug al op de 13de september, gevolgd door de spoorbrug op de 18de en de twee ophaalbruggen uiteindelijk op de 22ste.17 Dit geconstateerd hebbende gingen het 23rd Hussars en 8th Rifles naar het zuiden in de richting van Geldrop – Heeze om daar aan te sluiten bij het bruggenhoofd bij Someren.18 Major Noel Bell van het 8th Rifles schreef: “Onze positie was nu duidelijk, we waren ingesloten door kanalen en geen verdere vooruitgang in de nabije toekomst leek waarschijnlijk. We waren daarom ook niet verrast toen we hoorden dat we weer richting het zuiden moesten, richting Geldrop en Heeze.”19
War Diary 29th Armoured Brigade



Maak jouw eigen website met JouwWeb