Romeinse Tijd


Bij de recente opgravingen zijn op nog vijf locaties sporen gevonden van Romeinse bewoning. In totaal gaat het daarbij om minstens 50 huizen. Deze vertegenwoordigen de onderkomens van vier tot vijf families uit de periode van ca. 30 v.Chr. tot 225 n.Chr. Bij de huizen bevonden zich tientallen bijgebouwen, ruim twintig waterputten, meer dan honderd greppels en een weg die vermoedelijk gelopen heeft van Son naar Beek en Donk.
Ook werden enkele crematie-graven blootgelegd, met in de naaste omgeving een ruimte met bijgiften. De giften bestonden uit onder meer twee terra sigillata borden, drie geverfde borden, twee geverfde bekers en twee kruikjes.
Vermeldenswaard is ook dat in dit gebied twee eikenhouten nokpalen van een boerderij werden aangetroffen; in zandgrond zijn voorwerpen van hout na zo'n lange tijd meestal vergaan.
De eerste bewijzen van bewoning in de Romeinse tijd werden gevonden bij de aanleg van het Wilhelmina-kanaal. Toen zijn sporen aangetroffen van een Romeinse nederzetting met daarbij resten van een grafveld en Romeins aardewerk
- Rond 200 na Chr. werden de celtic veldjes verlaten, mede omdat de keerploeg ongeschikt was voor de kleine vierkante akkertjes. Op de dekzandruggen legde men langgerekte, naast elkaar liggende kavels aan die omgeven waren door een houtwal om het gewas te beschermen tegen schade door vee of wilde herbivoren.
- In de periode 250 tot 500 na Chr. was het gebied ontvolkt. Dit was de tijd van de volksverhuizingen, een fenomeen dat zich over heel Europa heeft voorgedaan en waarvan de ware redenen nog niet volledig zijn opgehelderd. Men vermoedt dat door een politiek instabiele situatie (de val van het Romeinse Rijk) hele bevolkingsgroepen wegtrokken, waarna de vegetatie weer kon regenereren. In pollendiagrammen zien we dan ook in deze periode het boompollen weer sterk toenemen.
- Ten tijde van de Romeinen werd naast Tarwe ook op bescheiden schaal Rogge verbouwd.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Lieshout#cite_note-2
Opgravingen
Uniek nr. 11.32.10.034
Coördinaten 169300 / 391620
Plaats Onbekend
Toponiem Wilhelminakanaal
Naam vinder Particulier
Datum vondst 1919
Verwerving Niet-archeologisch: graafwerk
Beschrijving Deze vondstmelding is op Loeb-fiche aanwezig. Tevens
bevindt zich met betrekking hiertoe een groen ROB-fiche in het Oud Archief.
De vondsten zijn gedaan bij het graven van het Wilhelminakanaal. Groen fiche:'Aantekening Dr. J.H.Holwerda in het jaar 1919 in vondstenarchief: (..)midden in het Nieuwe kanaal op ongeveer 40 M. oostwaarts van den weg van Nuenen naar Lieshout, ongeveer 100 M. westwaarts van de reeds nieuw gemaakte brug en dien weg'. Tevens bevindt zich aan de achterzijde van het fiche een plattegrond van de vindplaats
en omgeving. De coördinaten die op het fiche staan, zijn 168.85 - 391.45.Op de indexlijst (aanwezig voor in de CAA-map) zijn door Beex de coördinaten gewijzigd in 169.30 - 391.62, die ook op het Loeb-fiche staan vermeld.
Zowel op het groene fiche als op het Loeb-fiche wordt verwezen naar de Voorlopige Lijst (1931, p. 238), waar slechts gesproken wordt over 'fragmenten van Romeins aardewerk'. Op het Loeb-fiche en in de Voorlopige Lijst wordt geschreven over sporen van een 'Romeinse nederzetting'.Tevens wordt op het Loeb-fiche verwezen naar de publicatie van Bijvanck(1947, p. 78), die echter momenteel niet beschikbaar is in de ROB-bibliotheek.
Ad 005: Misschien type Brunsting 6/ Stuart 5 (ROMMAROMMB).
Datering Vroeg Romeinse Tijd - Romeinse Tijd
Cultuur onbekend
Toelichting tonputten, aardewerk; 'Houten tonputten'.
Literatuur Bijvanck, A.W. 1947;Onbekend 1931
Bron Archis
Nummer 31185/31186/LH1-8
Uniek nr. 11.39.2.016
Coördinaten 169500 / 392150
Plaats Lieshout
Toponiem
Naam vinder
Datum vondst
Verwerving toevalsvondst
Beschrijving
Datering Vroeg Romeinse Tijd A - Romeinse Tijd
Cultuur onbekend
Toelichting 3 munten: 2 denarii Gordianus, 1 denarius van Otacilia
Severa
Literatuur
Bron SAS Lieshout
Nummer LH1-11
Maak jouw eigen website met JouwWeb